Songs From The Labyrinth

Mar
1
2007
Amsterdam, NL
Concertgebouwwith None
Share
Saaie Sting tokkelt wat op zijn oude luit...

Aan de vooravond van de reünietournee met The Police was het optreden van rockzanger, gitarist en actievoerder Sting gisteravond een van de braafste evenementen in de 119-jarige geschiedenis van het Amsterdamse Concertgebouw. In de uitverkochte zaal lagen Perzische tapijten op het podium, er waren zes luiten met bescheiden versterking. En Sting zong omringd door stilte broze liederen van John Dowland (1563-1626).

''Je bent naakt in die muziek'', zei Sting vorig jaar in een interview in deze krant over het repertoire op zijn cd en dvd 'The Journey & The Labyrinth', vorig jaar oktober uitgebracht door het klassieke label Deutsche Grammophon.

In concertvorm tijdens een tournee is het een snelcursus van anderhalf uur over John Dowland. Uitleg over leven en werk in het Engeland van Elizabeth I en de rest van Europa. Voorlezen uit brieven. Zingen van zijn meestal melancholieke liederen.

Sting tokkelt wat op zijn luit, maar laat het virtuoze werk over aan zijn leermeester Edin Karamazov. Het Londense koortje Stile Antico heeft bijzonder weinig te doen. Het zou passen in het Utrechtse Festival Oude Muziek, maar zelfs daar bevreemden door de aan saaiheid grenzende ingetogenheid. Als Sting het heeft over de grillen van Elizabeth I, verwacht je een illustratief surprise-optreden van Rowan Atkinson als Blackadder. En als hij zegt dat Engeland toen een politiestaat was, een nummer van The Police.

Het Oude Muziek-publiek zou perplex staan van de opening: de overbekende Toccata en Fuga in D van Bach, niet op een machtig orgel maar op de luit van Karamazov. Wegens het ontbreken van een programma en teksten, denken nu een paar duizend mensen dat die muziek van Dowland is.

Crossover is het niet, wat Sting doet, hoogstens in de tijd gezien. Hij komt serieus met de echte Dowland van vier eeuwen geleden. Hij heeft zangles genomen, zijn hese timbre is gebleven, zijn techniek en zijn expressieve mogelijkheden zijn beperkt. Maar mede dankzij zijn présence waren de prestaties alleszins aanvaardbaar en ze hielden het publiek van 20 tot 60-plus muisstil. Sting opereert hier in de traditie waarin popmusici de breekbare stilte opzoeken. Beatle George Harrison ging midden jaren zestig naar de Indiase sitar-speler Ravi Shankar, schreeuwlelijk Janis Joplin zong op roerende wijze het a cappella-liedje Oh Lord, won't you buy me a Mercedes Benz.

Bij de toegiften moest er uiteindelijk ook wat anders, zoals 'Hellhound on my Trail' van Robert Johnson, met passend helhondengehuil en 'Message in a Bottle' van, inderdaad, The Police.

(c) NRC Handelsblad by Kasper Jansen



Sting weet wel raad met Dowland...

De scheidslijn tussen muzikale genres is zo te zien makkelijk te perforeren. De liederen van John Dowland stonden altijd te boek als renaissance-muziek, maar zodra een zanger als Sting zich erover ontfermt vallen ze opeens onder 'wereldmuziek'.

Niet dat Dowland, een tijdgenoot van Shakespeare en zelf een bereisd musicus, daar bezwaar tegen zou hebben gemaakt. Wel zou hij donderdag vreemd hebben opgekeken als hij had gehoord hoe de voormalige Police-voorman zijn intieme liederen in het Concertgebouw uitdroeg voor een publiek van tweeduizend koppen: beschenen door gekleurde spots, per microfoon uitgestuurd door een kamerbreed mengpaneel, en met een in soft-focus-vocalen zingend koortje op de achtergrond.

In de loop van een uurtje bracht de zanger een uittreksel ten gehore uit 'Songs from the Labyrinth', zijn vorig jaar bij het klassieke DGG-label verschenen Dowland-cd. Ondanks de meegebrachte elektronica knalden de decibels er niet bepaald uit: Sting bediende zich voornamelijk van close-miking-technieken, waardoor zijn lichte, omfloerste stem een Marlene Dietrich-achtige zwoelte kreeg, die hier en daar weer werd getemperd door gewrongen klinkers en het uitspugen van d's en t's.

Minder goed verging het begeleider Edin Karamazov. De luit is nu eenmaal een instrument dat zich slecht leent voor uitvergroting per microfoon. Met alle tokkel- en andere vingergeluiden gebeurde hetzelfde als met Stings medeklinkers. Vooral van Karamazovs bewerking van de oorspronkelijk voor orgel geschreven Toccata en fuga in d van Bach, toch al een bovenmenselijke opgave voor een luitenist, bleef op die manier weinig meer over dan geklapper en gerammel.

Sting's Dowland-interpretaties zijn steekhoudender. Uit alles blijkt zijn grote affiniteit met de 16de eeuwse popmuzikant, zoals hij hem zelf graag ziet: van zijn aandacht voor de kwijnende melancholie van de teksten tot de tegendraadse twee-tegen-drie-hemiolen die het refrein van Can she excuse my wrongs zo'n lekkere swing geven. Bovendien heeft hij zich uitvoerig verdiept in het leven van zijn grote voorganger - diens werkgelegenheidsproblemen en zijn sores met de toenmalige Engelse geheime dienst. Net als op de cd verlevendigt hij zijn Dowland-bloemlezing met voorgelezen fragmenten uit diens brieven, en neemt hij voor een instrumentaal stukje zelf ook de luit ter hand.

Wat eenzijdig blijft zo'n programma wel, zodat Dowlands oproep 'Come Heavy Sleep' naast een muzikale ook een praktische uitwerking dreigde te krijgen. Maar toen opeens - Sting stond nauwelijks een uur op het podium - was het tijd voor bloemboeketten en toegiften. 'Fields of Gold' deed het publiek voor het eerst uit zijn dak gaan, en in 'Hellhound on my trail' van blueslegende Robert Johnsons jankten Sting en Karamazov om het hardst. Maar het in Dowland-stijl gezongen 'Message in a Bottle' maakte duidelijk wat er aan schortte: noem je dat unplugged, als er een heel concert lang geen noot uit volle borst wordt gezongen? Het klonk in elk geval als Sting met de stekker eruit.

(c) De Volkskrant by Frits van der Waa



Sting stort zich op werk John Dowland...

Slechts in één opzicht was te merken dat er donderdag een popster op het podium van het Amsterdamse Concertgebouw stond. Niet aan het uiterlijk van de musicus in kwestie: Sting droeg een keurig zwart colbert over zijn design-shirt. Niet aan de muziek, want die was merendeels ruim vier eeuwen oud. En niet aan het publiek, want dat straalde vooral 'Oud Zuid' uit. Nee, het waren de 'roadies', de toneelknechten van de musici, die in flodder T-shirt en camouflagebroek met staaflantaarn in de kontzak de instrumenten - luiten! - op het podium klaarzetten. Méér rock'n'roll dan dat werd het optreden van de voormalige Police-zanger ook niet.

Als de solocarrières van voormalige leden van grote rockbands artistiek wat dreigen op te drogen, zijn er doorgaans twee voor de hand liggende vluchtwegen: de groep besluit tot een reünie of de muzikanten in kwestie geven aan hun blikveld te willen verruimen en storten zich op allerhande 'projecten'. Sting doet beide. Binnenkort komt zijn band The Police na ruim twintig jaar weer voor het eerst bij elkaar en zal daarbij ongetwijfeld ook ons land aan doen. Ondertussen presenteert hij zich ook als ambassadeur van de muzikale nalatenschap van de zestiende eeuwse Engelse luitspeler, zanger en liedschrijver John Dowland.

Daarbij is de Police-man niet over één nacht ijs gegaan. Hij heeft zich al vijftien jaar serieus verdiept in het werk van Dowland, die wel beschouwd wordt als een soort getormenteerde singer-songwriter avant la lettre. Gefrustreerd omdat hij als meester-luitspeler niet werd verkozen om muzikant aan het Engelse hof te worden, reisde hij door Europa en liet overal zijn liederen achter.

Sting bestudeerde niet alleen de songs, maar ook de historische manier van vertolken en trok de top-luitspeler Edin Karamazov uit Sarajevo aan om de liederen samen met hem op te nemen. Het resultaat, het afgelopen jaar verschenen album 'Songs From The Labyrinth' is alom geprezen om de authenticiteit en het speciale karakter van Stings zangstem, een 'ongeschoolde tenor'.

In het uitverkochte Amsterdamse Concertgebouw laat de zanger horen dat het album geen toevalstreffer is. Omlijst door voorgelezen fragmenten uit brieven van John Dowland, die het geheel in een historische context moeten plaatsen, zingt hij het repertoire zorgvuldig en stijlvol. Sommige liederen zijn zwaar op de hand, maar andere, zoals 'The Lowest Trees Have Tops', aanmerkelijk lichtvoetiger en lijken zelfs een popelement te hebben.

Toch blijft de sfeer devoot. Gewijd bijna. De ontspanning komt pas in de toegift, als hij - ook met luitbegeleiding! - zijn eigen succesnummers 'Fields Of Gold' en 'Message In A Bottle', plus een bluesklassieker van Robert Johnson zingt. Dan realiseer je je plots de overeenkomsten, maar vooral ook de verschillen tussen de Europese Renaissance-liederen en de in de Afro-Amerikaanse traditie gewortelde rocksongs. Sting zorgt ongetwijfeld voor wat extra aandacht voor de muziek van John Dowland, maar meer dan een curiosum zal dit project uiteindelijk toch niet blijken te zijn.

(c) De Gelderlander by Peter Bruyn
Comments
0

PHOTOS

img
img
img
img
img
img
img
img